Het smelt

Ik zit in mijn huisje en ik hoor de regen tikken op het glazen dakraam van het trappenhuis. Buiten is het grijs en het laatste laagje witte bedekking wordt weer omgevormd tot ‘normaal’ water. Net zoals het nu weer maandag is en het leven verdergaat onder het ‘nieuwe normaal’ van de lockdown. Maar afgelopen weekend was alles anders.

Ik heb op vier verschillende plekken geschaatst op natuurijs. De ene plek nog mooier dan de andere plek. Zondagochtend stond ik om 08.00 uur op de Mooie Nel bij Spaarnwoude. Het ijs was pikzwart en spekglad en werkte als een enorme spiegel op de roze ochtendlucht. Het was magisch. Slechts een paar fanatieke schaatsers waren op het ijs. Het geluid van het krakende natuurijs bracht mijn hart in vervoering zoals in het oude normaal een clubnacht gevuld met techno dat kon doen. Oké, dit was nog mooier, want de ervaring was puur natuur: zonder alcohol of drugs.

En over alcohol en drugs gesproken, waar een clubnacht normaal de plek was voor een gemeenschappelijke ervaring onder invloed, worden deze verdovende middelen nu voornamelijk in isolatie gebruikt om aan het nieuwe normaal te ontsnappen. ‘Met een pilletje of een snuifje lijkt de lockdown net iets minder erg’ kopte het Parool op 12 februari. En alhoewel er nog geen harde cijfers zijn over harddrugsgebruik in coronatijd, lijkt het gebruik onder 1/3 van de gebruikers toegenomen te zijn tijdens de lockdown. Is dat om te ontsnappen aan de werkelijkheid? Een poging te verdoven, te vergeten of juist te leven?

Ik trek “Dry January” in ieder geval nog even door. Dit weekend markeerde dag 44 en 45 van mijn soberheid. Ik prijs me gelukkig dat ik de afgelopen periode geen katers meer heb gehad waardoor bestaan alleen al onmogelijk lijkt. Maar echt levend heb ik me ook niet gevoeld. Het voelt meer alsof mijn leven in een soort slaapstand verkeert. Want ja, de lockdown. En precies daar bracht het afgelopen weekend verandering in.

Ik voelde me opgewonden. Ik genoot van de koude wind op mijn gezicht. De zon en warme chocomelk om mee op te warmen. Er was gezelligheid, interactie met vreemden en vrolijkheid. En daar kwam opeens gekkigheid om de hoek: quads en crossmotoren scheurden over het ijs. Ik voelde spanning want ‘oh nee, we zakken er toch niet opeens doorheen?’ en natuurlijk was daar ook het resultaat van de eerste keer schaatsen op Noren: blaren op de hielen en pijnlijke enkels. Maar ’s avonds voelde ik me moe en voldaan. Alles vergat ik voor even. Ik voelde me weer levend.

En ik was niet alleen, getuige de vele plaatjes en verhalen op social media. Het leek wel of iedereen dit weekend op schaatsen stond. En dat brengt me bij een ander wijdverspreid fenomeen op social media. Het zwemmen in koud water. Er gaat geen dag voorbij dat ik niet iemand een plons zie maken in een meer of een gracht. De trend gezet door onze eigen Iceman en inmiddels wereldberoemde Wim Hof.

En ja, het geeft je immuunsysteem een boost en dat is niet verkeerd ten tijde van een pandemie. Maar dat is zeker niet de enige reden waarom dit juist nu een trend is. Jezelf in ijskoud water gooien is misschien ook wel een wanhopige poging iets te voelen in deze tijd. En ik kan deze trend alleen maar toejuichen. Het geeft een kick, maar is vele malen gezonder dan drank of drugs.

Ik moet toegeven dat ik me verdrietig voel dat het weekend waarin niet alleen het water, maar ook alle zorgen voor even bevroren. Geef mij maar ieder weekend gevuld met ijspret. Maar dat zit er voorlopig niet meer in. Het smelt. Maar nu rest de vraag: verruil ik dit weekend mijn schaatsen voor mijn badpak en durf ik de ijskoude sprong te wagen?

No Comments